In gesprek metJan Mulder, sustainability manager voor de Fair Furniture Group (FFG), het moederbedrijf waaronder Vepa en nog zes andere bedrijven vallen.
Wanneer er vanuit de groep een vraag is over duurzaamheid of circulariteit komt Jan aan tafel. Zo was hij intensief betrokken bij de verbouwingen van Nationale-Nederlanden in Delftse Poort en Haagse Poort, waar Vepa op grote schaal meubels heeft gerepareerd en gerevitaliseerd om deze waar mogelijk was één op één terug te plaatsen.
Wat betekent duurzaamheid voor jou?
Voor mij begon duurzaam denken toen ik nog operationeel verantwoordelijk was voor de Vepa fabrieken in Hoogeveen en Emmen. Ik was daar altijd bezig met afval; Hoe kunnen we ons productie afval verminderen? Hoe kunnen we van afval nieuwe producten maken. We zijn voor al onze reststromen -- metaal, hout, kunststoffen -- oplossingen gaan zoeken. Momenteel hebben we voor alles een traject opgestart, door de tijd heen zullen daar verbeteringen op komen. Het blijft in ontwikkeling.
Het maken van nieuwe meubels en hergebruik lijken twee verschillende processen, kan je uitleggen hoe die samengaan in jullie bedrijf?
Binnen de circulaire tak van sport is er een heel scala van activiteiten; één op één hergebruik, levensduurverlenging door middel van reparatie en revitalisatie (refurbish), componenten hergebruik, of recyclen van materialen en grondstoffen. Een groot deel hiervan pakken we op vanuit projecten, zoals Nationale-Nederlanden. Dan onderzoeken we welke onderdelen met zo veel mogelijk waardebehoud in een goede staat kunnen worden teruggebracht, uiteraard daarbij de technische en esthetische eisen van het nieuwe doel in acht nemend.
Aan de andere kant ontwikkelen wij compleet nieuwe producten, waarbij we altijd kijken naar duurzame aspecten zoals een zo laag mogelijke CO2 belasting en losmaakbaarheid. We proberen daarbij zoveel mogelijk gerecyclede materialen toe te passen.
Tussen circulaire projecten en onze eigen productie hangen de hybride producten, daar zitten componenten in die wij retour hebben genomen. In principe nemen we binnen de Fair Furniture Group al onze producten terug, waarna we bepalen of we het als geheel opknappen of de aparte onderdelen opnieuw inzetten.
Zijn al jullie producten demontabel ontworpen?
Wanneer we nieuwe producten ontwikkelen gaan we uiteraard schroeven of het op en andere manier demontabel maken, in het verleden was dit nog geen voorwaarde. Gelukkig is het toch regelmatig goed gegaan en waren we onbewust bekwaam. Een voorbeeld daarvan zijn de bladdragers van onze bureaus. Deze zijn al 20 jaar hetzelfde en hergebruiken we veel in onze hybride producten.
Tegenwoordig zijn we eigenlijk altijd actief op zoek naar tweedehandsproducten. Voor het Ministerie van Defensie hebben we zelfs een contract met daarin de doelstelling dat alle bureaus die we aan hun leveren tweedehands moeten zijn.
Hoe zijn jullie bij Nationale-Nederlanden te werk gegaan?
Het project begon met de vraag om hergebruik uit de oude interieurs maximaal in te zetten in de nieuwe inrichting. Dan gaan we eerst kijken welke producten één op één teruggezet kunnen worden? Dat was een substantieel deel van alle werk- en aanlandplekken. Die hebben we vervolgens allemaal gereinigd en gecontroleerd op slijtage, daarbij worden kleine onderdelen meteen vervangen. Dit is het hoogst haalbare.
De volgende stap zijn de wat grotere reparaties, zoals het opnieuw plaatsen van een ster of armlegger. We hebben toen niet alleen gekeken naar de elementen die we moesten vervangen, maar ook de uitdaging aangenomen om de kapotte onderdelen binnen het Nationale-Nederlanden project zelf weer als grondstof in te zetten. Zo hebben we kunststof uit de armleggerspads vermalen en daarmee kei-vormige krukken gemaakt.  Het schuim wat er ook uit kwam hebben we verwerkt in platen die in de tussenwanden zijn geplaatst.
Hebben jullie de benodigde faciliteiten om dit allemaal zelf te doen?
Wij zijn natuurlijk een meubelfabrikant en geen kunststoffabriek, waardoor we bijvoorbeeld niet zelf kunststof onderdelen spuit- of rotatiegieten. Binnen de keten zijn we daarom veel samenwerkingen aangegaan met bedrijven die op dezelfde manier naar recycling en circulariteit kijken als wij.
De bureaustoelen, een groot onderdeel van het project, kwamen niet uit jullie fabriek, hoe gaat dat in zijn werking?
Voordat we in het project zijn gestapt hebben wij eerst zo'n stoel opgehaald. Deze heb ik toen volledig uit elkaar geschroefd om alle onderdelen apart te bekijken. Daarvan heb ik een analyse en bijbehorende kansberekening gemaakt voor hergebruik. Met andere woorden; Wat is de staat van deze stoel? Welke onderdelen zijn risicovol en moeten, in percentages, vervangen worden? Hoe kunnen we er voor zorgen dat deze stoel straks weer 10 jaar mee kan gaan?
Was dit de eerste keer dat jullie op grote schaal een niet-eigen stoel hebben gerevitaliseerd?
Nee. Als je revitaliseert is er een grote kans dat je met een vreemd product werkt. Voor de Deutsche Bundesbank hebben we revitalisatie van 2000 bureaus uitgevoerd, dat zijn enorme aantallen, die kwamen ook uit een andere fabriek. En met het dochterbedrijf Eromesmarko doen we dit al heel lang voor onderwijsmeubilair.

You may also like

Back to Top